ZVW
In 2006 is de Ziekenfondswet vervangen door de Zorgverzekeringswet. Hierdoor bestaat niet langer het onderscheid tussen mensen die verzekerd zijn bij het ziekenfonds of bij een particuliere verzekeringsmaatschappij. In plaats daarvan moet iedereen ouder dan 18 jaar verplicht een wettelijk vastgestelde basisverzekering afsluiten. Kinderen tot 18 jaar zijn gratis meeverzekerd. Verzekeraars moeten alle klanten accepteren die een basispakket willen afsluiten. Natuurlijk kun je daarnaast ook voor een aanvullende verzekering kiezen. De pakketten van de aanvullende verzekeringen verschillen per verzekeraar, net als de hoogte van de premie. Voor de aanvullende verzekering is de verzekeraar niet verplicht je te accepteren.
​
Verplicht eigen risico
In 2008 is de no-claim regeling vervangen door het verplicht eigen risico. Dit houdt in dat verzekerden van 18 jaar en ouder in de basisverzekering een verplicht eigen risico van 385 euro (2016) hebben. Het verplicht eigen risico geldt niet voor huisartsenzorg, verloskundige zorg, kraamzorg, gratis bevolkingsonderzoeken (zoals het borstkankeronderzoek), de griepprik voor risicogroepen.
Zorgtoeslag
De zorgtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van de nominale premie. De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van het inkomen van jou en je partner. Meer informatie over de zorgtoeslag kunt u hier vinden.
Nominale premie
De kosten van de zorgverzekering bestaan uit een nominale basispremie en inkomensafhankelijke bijdrage. De nominale premie bedraagt ongeveer 100 euro per maand (in 2016). Zorgverzekeraars bepalen zelf hoeveel premie ze voor een basispolis vragen. De basispolis dekt alle ‘onmisbare zorg’. De overheid bepaalt wat er in een pakket zit, zodat iedereen toegang tot gelijke zorg heeft. Zorgverzekeraars hebben een acceptatieplicht. Dit betekent dat ze voor elke variant polis, iedereen moeten accepteren.
​
Inkomensafhankelijke bijdrage
Iedere verzekerde met een belastbaar inkomen moet een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Dit geldt zowel als je inkomen bestaat uit loon of uit een uitkering. De bijdrage bedraagt 6,75 procent voor werknemers. Voor zelfstandigen is dit in 2016 5,5 procent. Het maximaal belastbare inkomen is waarschijnlijk in 2016 52.557 euro. Is je inkomen hoger dan dit bedrag, dan hoef je over het bedrag dat je extra verdient dus geen bijdrage te betalen. Als werkgever ben je verplicht om de inkomensafhankelijke bijdrage te vergoeden. Je werknemers zijn over deze vergoeding wel loonbelasting en premie volksverzekeringen verschuldigd.
Inkomensafhankelijke bijdrage voor ondernemers
Als ondernemer, freelancer of alphahulp betaal je dus een inkomensafhankelijke bijdrage van 5,5 procent. Voor ondernemers geldt het maximum belastbare bedrag van 52.557 euro (in 2016). Omdat je niet in loondienst bij een werkgever bent, kan deze bijdrage niet worden ingehouden en krijg je het ook niet terug. Omdat je ook geen loonbelasting en premie volksverzekeringen afdraagt, ontvang je van de Belastingdienst een aanslag Zorgverzekeringswet.
Aanslag Zorgverzekeringswet
Halverwege het kalenderjaar ontvang je een voorlopige aanslag Zorgverzekeringswet. Hierop staat hoeveel je moet betalen. In de loop van het volgende jaar ontvang je de definitieve aanslag op basis van de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen/inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Deze definitieve aanslag wordt met je voorlopige aanslag verrekend.
Meerdere inkomens
Het kan voorkomen dat je meerdere inkomens hebt, bijvoorbeeld omdat je naast de baan waarin je in loondienst bent er een eigen bedrijf naast hebt of freelance werkt. Je werkgever houdt dan de inkomensafhankelijke bijdrage in van je loon. Over het inkomen uit je onderneming of overige werkzaamheden moet je zelf de inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Bij het vaststellen van de hoogte van de inkomensafhankelijke bijdrage die je zelf moet betalen, houdt de Belastingdienst rekening met het inkomen waarover de bijdrage al is ingehouden.